Inspectie - Compagnie

Is het simpel? Houd het simpel!


Diensten 

Wat kan Inspectie-Compagnie voor u betekenen? Al aangestipt onder WIE BEN IK? kan ik bedrijven ondersteunen:

  • tijdens de nieuwbouw;
  • tijdens de gebruiksfase oa WBDA2016 artikel 40;
  • met het geven van training;
  • met het geven van advies.

Voor nieuwbouw is dat specifiek:

  • opstellen van inspectieplannen;
  • uitvoeren van interne kwaliteitscontrole (QC);
  • als vakdeskundige uitvoeren van interne audits (QA);
  • maken van fabricageboeken;
  • assisteren bij externe afnames door EU-CBI's (NoBo's);
  • uitvoeren van kwaliteitsinspecties bij uw toeleveranciers.

Wat opvalt in de wereld van nieuwbouw van drukapparatuur is dat fabrikanten hun best doen een zo origineel mogelijk inspectieplan op te stellen, waarbij de kans bestaat dat de essentie van het plan over het hoofd wordt gezien. Voor het maken van een voorwerp geldt altijd eenzelfde basisvereiste en dat is: het ontwerp. Een ontwerp van een drukapparaat bestaat altijd minimaal uit 3 elementen (volgorde is niet strikt van belang, het één volgt uit het ander en vice versa):

  1. tekening;
  2. berekening;
  3. materiaalkeuze.

Elke zichzelf respecterende fabrikant zal dit beamen anders 'doen we maar wat'. De uitwerking van deze drie elementen is het fabriceren van een drukapparaat en moet ergens aan voldoen; een ontwerpcode. Als het om nieuwbouw gaat dient uiteraard aan de PED 2014/68/EU (Pressure Equipment Directive) voldaan te worden, maar in de PED wordt alleen aangegeven waar allemaal rekening mee gehouden moet worden (het wie, wat, waar, waarom, welke en wanneer), het 'hoe' staat in de ontwerpcode (EN, RToD, ASME, AD2000 etc.). Een EN is een zogenaamde geharmoniseerde norm waarin per definitie de essentiële veiligheidseisen van de PED zijn opgenomen. Bij gebruik van niet-geharmoniseerde normen moet de fabrikant dat zelf aantonen of gebruik maken van aanvullende norm-bladen. De industrie werkt nu meer dan 20 jaar met de PED, dus is dat voor de meeste fabrikanten ondertussen wel gesneden koek.

Per definitie is de fabrikant verantwoordelijk voor zijn product en in de EU dient een bewijs te worden geleverd dat het drukapparaat voldoet aan de eisen van de wet- en regelgeving; de DoC (Declaration of Conformity, in goed Nederlands; Overeenstemmingsverklaring) en een handleiding, ondersteund met een fabricageboek. Welke documenten vormen het fabricageboek? Simpel; de hierboven genoemde punten 1, 2 en 3 ondersteund/aangevuld met:

  • controle van het ontwerp door een EU-CBI bij drukapparatuur in categorie III en IV;
  • materiaalcertificaten traceerbaar naar de onderdelen van het drukapparaat;
  • lasdocumenten zijnde lasserscertificaten, lasmethodecertificaten en afgeleide lasmethodebeschrijvingen;
  • kwaliteitsonderzoeken van permanente verbindingen (NDO van meestal van lassen waarvan de uitvoering en omvang beschreven staan in de toegepaste ontwerpcode);
  • testen, meestal een hydrostatische beproeving;
  • eindcontrole door een EU-CBI (NoBo) indien het drukapparatuur is ingedeeld in categorie II, III of IV.

Meer is het niet. Let op: categorie II is een buitenbeentje. Bij categorie II wordt veelal module A2 gekozen wat inhoudt dat de NoBo alleen een eindcontrole doet op basis van een steekproef. Het ontwerp wordt door de NoBo niet geverifieerd, alleen gereviewed op aanwezigheid. Goed beschouwd is module A2 eigenlijk bedoeld voor massaproductie, vandaar steekproef, maar in de praktijk komt het maar al te vaak voor dat een enkel stuks drukapparaat wordt gefabriceerd onder module A2. Hoe groot is dan de steekproef ? Waarop? De praktijk wijst uit dat dat eigenlijk altijd de hydrostatische beproeving is en een review van het fabricageboek op aanwezigheid van diverse documenten. Maar zonder ontwerpbeoordeling door de NoBo, kan dat riskant zijn, want; had de wanddikte niet 8 mm moeten zijn in plaats van 6 mm? Aan de andere kant, module A2 hoort niet voor niets bij categorie II; het drukapparaat is kennelijk niet zo gevaarlijk (brandbaar, explosief of giftig) voor mens en milieu. En hoe gek ook, stoom is dus niet gevaarlijk onder de huidige wet- en regelgeving!
Voor elke zichzelf respecterende fabrikant maakt het eigenlijk niet uit in welke categorie het drukapparaat valt; voor de fabrikant gelden ALTIJD de elementen 1, 2 en 3 samengevat in een fabricageboek. Dus het fabricageboek heeft in principe altijd dezelfde inhoudselementen. Op detail zijn er verschillen, zoals door een NoBo goedgekeurde lasdocumenten en NDO-kwalificaties afgegeven door een geaccrediteerde instelling. We zouden het ook eens makkelijk houden.

En ja, dan is er ook nog categorie SEP (goed vakmanschap) en categorie I. Ook daarvoor gelden in principe de elementen 1, 2 en 3, want welke fabrikant gaat iets op de markt zetten zonder er over nagedacht te hebben? Een handleiding moet sowieso meegeleverd worden (maak het vooral niet moeilijker dan strikt noodzakelijk). Bedenk daarbij dat er in Europa geen enkele organisatie is die toezicht houdt op nieuwbouw anders dan de door de fabrikant gecontracteerde NoBo indien het drukapparaat valt in categorie II, III en IV!
Bedenk echter dat wanneer er door wat voor omstandigheden dan ook een rechtszaak volgt, u als fabrikant dient aan te tonen dat u er alles aan gedaan heeft om datgene te voorkomen waarom u voor het hekje staat! En zonder documenten bestaat een drukapparaat juridisch niet.

Gebruiksfase.
Gebruikers hebben sowieso zorgplicht voor alles wat binnen hun bedrijf en op hun terrein gebeurt, wordt gedaan of onderhouden etc.. Volgens de Nederlandse Warenwetbesluit Drukapparatuur 2016 cq Warenwetregeling drukapparatuur (WBDA 2016 - WRDA 2016) zijn specifieke drukapparaten (her)keurplichtig. Dat betreft ketels, vaten en leidingen. Vanaf welke druk x volume/diameter is te lezen in de WRDA2016 of door gebruik te maken van zogenaamde classificatietools van één van de NL-CBI's (AKI's). Het moet gezegd; die van LRQA is vanwege het visuele karakter aantrekkelijk en kan standalone worden gebruikt. Let wel op bij het gebruik van deze tool in het kader van Keuring voor Ingebruikname (KvI). Vul dan voor de druk ALTIJD de beveiligingsdruk in, die hoogstens gelijk is aan de ontwerpdruk, vaak lager, waardoor KvI-plicht wel eens niet van toepassing zou kunnen zijn.
In de gebruiksfase is de technische reden voor een periodieke herbeoordeling eigenlijk het wel of niet aanwezig zijn van zogenaamde faalmechanismen. Met andere woorden, waardoor kan het drukapparaat falen? En met falen wordt bedoeld zonder voorafgaande waarschuwing exploderen, met andere woorden; ontstaat er lek voor breuk, of breuk voor lek. Het eerste is waar een gebruiker op dient te vertrouwen, bij het tweede is men te laat. Een weetje; er zijn maar weinig faalmechanismen die direct tot een breuk voor lek leiden, gelukkig maar. Meestal is dan sprake van een onontdekte fabricagefout (denk aan de geëxplodeerde Knorr-ketel of de geëxplodeerde stoomleiding van de energiecentrale G13 te Nijmegen), anders een fout in de procesvoering. Zelden is een niet of niet afdoende werkende beveiliging de oorzaak.

WBDA 2016 artikel 40
Een nog steeds hot item in de gebruikerswereld van drukapparatuur is WBDA2016 artikel 40. Simpel uitgelegd; alle in Nederland opgestelde drukapparatuur met een beveiligingsdruk hoger dan 0,5 barg en keuringsplichtig dient, uiterlijk in 2022(!), voorzien te zijn van een VvI (Verklaring van Ingebruikneming), Vergunning of  Verklaring van Geen Bezwaar. Deze verordening kwam nogal uit de lucht vallen in 2016 en heeft tot de nodige commotie geleid. Een lang verhaal kort; de gebruiker dient een zogenaamd statusdocument op te stellen voor elk KvI-plichtig drukapparaat dat niet voorzien is van een VvI, Vergunning of VGB. In mijn optiek is dat vloeken in de kerk, want hiermee werd/wordt de gebruiker tot fabrikant gebombardeerd! Het gaat te ver om daar hier dieper op in te gaan. Een tip van de sluier; denk in de term van intreekeuring en lees bijvoorbeeld dit document eens. Voor geïnteresseerden verwijs ik naar het contactformulier of email uw vraag naar info@inspectie-compagnie.nl.

Samenvattend; wat kan Inspectie-Compagnie betekenen voor gebruikers in de gebruiksfase?

  • opstellen van herbeoordelingsplannen;
  • opstellen van reparatie- en wijzigingsplannen;
  • ondersteunen bij het opstellen van zogenaamde statusdocumenten in het kader van WBDA2016 artikel 40;
  • ondersteunen bij het verzorgen van zorgplicht (nauw verwant aan 'artikel 40');
  • bepalen of er sprake is van KvI-plicht en zo ja de administratie van de KvI voorbereiden/begeleiden voor de officiële keuring door een AKI;
  • opschonen van administratie (vergunningen/VvI's/Verklaringen van Geen Bezwaar);
  • inspecties tijdens fabriekstops.

Audits IVG
IVG's dienen op hun kwaliteitssysteem interne audits uit te voeren door een vakdeskundige op het gebied van Inspectie en Keuring van drukapparatuur. Voor kleine IVG's met hoogstens 1 of 2 gekwalificeerde inspecteurs level 3 in dienst is dat lastig vanwege de onafhankelijkheid. Hierin kan Inspectie-Compagnie u helpen. Met meerdere jaren ervaring als toezichthouder bij IVG's is dit zeer bekend terrein. Tel daarbij op de no nonsens mentaliteit en uw interne audits zijn geen zorg meer.

Training
Alhoewel de PED en WBDA(2016) sinds 2002 respectievelijk 2005/2016 gemeen goed zijn in de EU en Nederland, blijkt de inhoudelijke kennis over deze wetgeving vooral aanwezig te zijn bij de NoBo's, AKI's, KvG's en IvG's. Met name in het MKB werkt men met 'trucjes' onder het mom van; "de laatste keer werd deze werkwijze ook goedgekeurd". Als dat trucje te vergelijken is met datgene wat onder 'Nieuwbouw' is geschreven; prima. Vooral mee doorgaan. Bedrijven nieuw in deze business zullen al gauw door de bomen het bos niet meer zien: categorieën, modules, EN, RToD, DoC, handleiding, lasdocumenten, NDO, NoBo etc.. Met meer dan 40 jaar ervaring kan Inspectie-Compagnie dan uitkomst bieden. Afhankelijk van de reeds aanwezige kennis kan een op maat gemaakte training op locatie gegeven worden. Informeer naar de mogelijkheden.

Advies
Met het geven van advies moet u vooral denken aan specifieke vragen die er in de industrie leven zoals:

  • opvolging van schades, repareren of nieuwbouw?;
  • wanneer is het een reparatie, wanneer een wijziging?;
  • hoe pak ik een 'artikel 40 project' aan?;
  • hoe uitgebreid mag een PED B-certificaat zijn?;
  • is module H/H1 zinvol voor mijn bedrijf?;
  • van IVG naar KvG. Hierin werk ik samen met een nieuwe AKI/NoBo (NL/EU-CBI) die medio 2024 operationeel zal zijn.


Neem vrijblijvend contact op en krijg antwoord op uw vraag!


E-mailen
Bellen
Map
Info
LinkedIn